Voorkom verval van persoonlijkheidsrechten bij het erven van auteursrecht

Bij het overlijden van de auteur gaat het auteursrecht automatisch over op de erfgenamen door erfopvolging. Dat volgt onder meer uit artikel 2 Auteurswet. Als de auteur geen testament heeft laten opstellen, dan zijn dit de erfgenamen die de wet aanwijst. Bij testament kan de auteur zelf bepalen aan wie hij het auteursrecht nalaat.

De bij het auteursrecht behorende persoonlijkheidsrechten (naamsvermelding, optreden tegen misvorming, enzovoorts) gaan bij het overlijden van de auteur niet automatisch over op de erfgenamen. Sterker nog: als de auteur niets regelt, dan vervallen deze rechten bij zijn overlijden. Persoonlijkheidsrechten gaan bij overlijden alleen over op een ander als de auteur deze persoon bij testament of codicil heeft aangewezen. Indien de auteur verval van persoonlijkheidsrechten wil voorkomen, dan moet hij daar dus expliciet aandacht aan besteden in zijn testament of codicil.

Doorgaans adviseert men om het auteursrecht en de persoonlijkheidsrechten na overlijden van de auteur in één hand te laten vallen. Anders kan er tegenspraak ontstaan tussen de verkrijger van het auteursrecht en de verkrijger van de persoonlijkheidsrechten over de exploitatie van het auteursrecht. Zo kan de één bereid zijn een bepaald gebruik toe te staan, terwijl de ander zich verzet tegen een met dat gebruik gepaard gaande wijziging van het werk. Het gevolg is een patstelling, die de exploitatie van een werk blokkeert.

Kortom: voorkom verval van persoonlijkheidsrechten, en zorg er bij voorkeur voor dat het auteursrecht en de persoonlijkheidsrechten na het overlijden van de auteur in één hand vallen.